česko-slovensko-polsko-maďarský

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tʃɛskɔ slɔvɛnskɔ pɔlskɔ maɟarskiː/
Woordafbreking
  • če·s·ko - slo·ven·sko - pol·sko - ma·ďar·ský
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

česko-slovensko-polsko-maďarský

  1. Tsjechisch-Slowaaks-Pools-Hongaars, Visegrád-; met betrekking tot de verhouding tussen landen Tsjechië, Slowakije, Polen en Hongarije (de Visegrádgroep)
  2. Tsjechisch-Slowaaks-Pools-Hongaars; met betrekking tot een verhouding tussen de talen Tsjechisch, Slowaaks, Pools en Hongaars
  3. Tsjechisch-Slowaaks-Pools-Hongaars; met betrekking tot een verhouding tussen de volken Tsjechen, Slowaken, Polen en Hongaren
Verbuiging


Schrijfwijzen
Synoniemen
  1. visegrádský
  2. -
  3. -
Verwante begrippen