Naar inhoud springen

Češka

Uit WikiWoordenboek


Češka v

  1. (toponiem: land) Tsjechië
Landen in Europa in het Kroatisch
AlbanijaAndoraArmenijaAustrijaAzerbajdžanBelgijaBjelorusijaBosna i HercegovinaBugarskaCiparCrna GoraČeškaDanskaEstonijaFinskaFrancuskaGrčkaGruzijaHrvatskaIrskaIslandItalijaKazahstanKosovoLatvijaLihteštajnLitvaLuksemburgMađarskaMakedonijaMaltaMoldovaMonakoNizozemskaNorveškaNjemačkaPoljskaPortugalRumunjskaRusijaSan MarinoSlovačkaSlovenijaSrbijaŠpanjolskaŠvedskaŠvicarskaTurskaUjedinjeno KraljestvoUkrajinaVatikan


  • IPA: /tʃɛʃka/
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord Čech met het achtervoegsel -ka.

Češka v

  1. (demoniem) Tsjechische; inwoonster van Tsjechië.
  2. (demoniem) Boheemse; inwoonster van Bohemen.


  • IPA: /tʃɛʃka/
  • Češ·ka
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord Čech met het achtervoegsel -ka.

Češka v

  1. (demoniem) Tsjechische; inwoonster van Tsjechië.
  2. (demoniem) Boheemse; inwoonster van Bohemen.
  3. (demoniem) Tsjechische; vrouwelijk persoon met de Tsjechische nationaliteit.
  1. -
  2. Moravanka v
  3. -
  1. Moravanka v
  2. -
  3. -

Češka m bezield

  1. Češka; Tsjechische mannelijke achternaam.