étroit
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | étroit | étroits |
vrouwelijk | étroite | étroites |
Bijvoeglijk naamwoord
étroit
- smal, nauw
- C'est un chemin étroit. – Het is een smalle weg.
- (figuurlijk) beperkt
- (figuurlijk) bekrompen (van denkbeelden)
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron étroit in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr