zwing

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwing
enkelvoud meervoud
naamwoord zwing zwingen
verkleinwoord zwingetje zwingetjes

Zelfstandig naamwoord

de zwingv

  1. dwarshout voor een koets waaraan paarden vastgemaakt worden
  2. vliegorgaan van een vogel
Synoniemen

Gangbaarheid

33 % van de Nederlanders;
26 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be