zwinden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwin·den
Woordherkomst en -opbouw
- [A] van Middelnederlands swinden ww [1] [2]
- [B] gaat terug op Proto-Indo-Europees *suĕ(i)- ‘draaien, buigen’ [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zwinden |
zwond |
gezwonden |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
[A] zwinden
- ergatief (verouderd) verdwijnen
- ergatief (verouderd) onzichtbaar worden
Vertalingen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zwinden |
zwindde |
gezwind |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
[B] zwinden
- ergatief (verouderd) op een luchtstroom zweven
- ergatief (verouderd) wervelende, rondgaande bewegingen maken
Gangbaarheid
- Het woord 'zwinden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Sterk werkwoord klasse 3 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal