zwijnenstal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwij·nen·stal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwijnenstal zwijnenstallen
verkleinwoord zwijnenstalletje zwijnenstalletjes

Zelfstandig naamwoord

de zwijnenstalm

  1. (veeteelt) varkenshok
  2. (figuurlijk) vuile boel
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be