zwierf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwierf

Werkwoord

vervoeging van
zwerven

zwierf

  1. enkelvoud verleden tijd van zwerven
    • Ik zwierf. 
    • Jij zwierf. 
    • Hij, zij, het zwierf. 
     Zo kwam ik bij de vraag: geloof ik in God? Hoewel ik protestant ben opgevoed en mijn hele leven als religieuze pelgrim op zoek naar God van kerk naar kerk zwierf ben ik nooit een grote fan van predikanten geweest.[1]

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be