zwerft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwerft

Werkwoord

vervoeging van
zwerven

zwerft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwerven
    • Jij zwerft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwerven
    • Hij zwerft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwerven
    • Zwerft!