zwakstroom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwak·stroom
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘elektrische stroom van lage spanning’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1901 [1]
  • samenstelling van  zwak  en  stroom 
enkelvoud meervoud
naamwoord zwakstroom -
verkleinwoord zwakstroompje zwakstroompjes

Zelfstandig naamwoord

de zwakstroomm

  1. (elektrotechniek) elektriciteit van lage spanning (minder dan 24 volt)
    • Zwakstroom is ongevaarlijk voor de mens. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen