zwakkere
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwak·ke·re
Bijvoeglijk naamwoord
zwakkere
- verbogen vorm van de vergrotende trap van zwak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwakkere | zwakkeren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die in een zwakke positie verkeerd
Gangbaarheid
- Het woord zwakkere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.