zuinigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zui·nig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuinigheid zuinigheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zuinigheidv

  1. het zuinig zijn
    • Waar komt die zuinigheid van jou toch vandaan? 
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen