zoutpan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zout·pan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoutpan | zoutpannen |
verkleinwoord | zoutpannetje | zoutpannetjes |
Zelfstandig naamwoord
- uitgedroogde bedding van een meer of zeearm die bedekt is met zout
- vijver waarin pekel wordt verdampt bij de zoutwinning
- grote metalen kuip gebruikt bij het zoutzieden
Vertalingen
1. uitgedroogde bedding van een meer of zeearm die bedekt is met zout
Gangbaarheid
- Het woord zoutpan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zoutpan" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 82 %
- Prevalentie Vlaanderen 79 %