zotternij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zot·ter·nij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zotternij zotternijen
verkleinwoord zotternijtje zotternijtjes

Zelfstandig naamwoord

de zotternijv

  1. iets dwaas
     Protestanten kunnen zich er natuurlijk over verbazen en opwinden. Verbazen om de zotternij, opwinden om het on-Bijbelse bijgeloof.[3]
     De vorming van een Vlaamse regering hoeft niet te wachten op de federale regeringsvorming, ‘zolang daar geen zotternijen gebeuren’. Dat vindt Jan Jambon (N-VA). Een federale regering die geen meerderheid in Vlaanderen heeft, is zo’n zotternij.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen

  1. zotternij op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron
    W. B. Kranendonk
    “Hemelvaart is oproep om te rekenen in eeuwigheidsperspectief” (06-06-2011), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink Weblink bron
    bbd
    “Jambon: Vlaamse regering hoeft niet te wachten op de federale” (28/05/2019), De Standaard
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be