zornig

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • zor·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelhoogduitse woord "zornec", dat van het Oudhoogduitse woord "zornac" komt.
  • Afleiding van het Duitse zelfstandige naamwoord Zorn met het achtervoegsel -ig.
stellend vergrotend overtreffend
zornig
zorniger
am zornigsten
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

zornig

  1. boos, kwaad, toornig, verbolgen, vertoornd
    «John hielt sich an der Takelage fest und wandte sein Auge nicht von der zornigen See ab.»
    John hield zich aan het want vast en wendde het oog niet van de verbolgen zee af.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen