zonsondergang

Zonsondergang.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zonsondergang    (hulp, bestand)
• IPA: /zɔn'zɔndərχɑŋ/

Woordafbreking

• zons·on·der·gang

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zon  en  ondergang  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zonsondergang	zonsondergangen
verkleinwoord	zonsondergangetje	zonsondergangetjes

Zelfstandig naamwoord

de zonsondergang m

1. (astronomie) het schijnbaar verdwijnen van de zon onder de horizon als de avond valt

   • Wij hebben samen de mooie zonsondergang bekeken. 

   ▸ Waarom had ik geen donder gehoord of bliksem gezien tijdens mijn tocht omhoog? Wat had ik nu spijt van het plan om de zonsondergang en zonsopkomst vanaf de top te willen gaan bekijken.

Antoniemen

• zonsopgang

Verwante begrippen

• valavond, avondschemering, vooravond, deemstering, schemering

Vertalingen

    1. het ondergaan van de zon   

Afrikaans: sonsondergang (af) Deens: solnedgang (da) g Duits: Sonnenuntergang (de) m Engels: sunset (en) Fins: auringonlasku (fi) Frans: coucher de soleil (fr) m Grieks: δύση του ηλίου (el) v IJslands: sólarlag (is), sólsetur (is) Italiaans: tramonto (it) m Limburgs: zónsóngergank (li) m

Noors: solnedgang (no) g Pools: zachód słońca (pl) m Portugees: pôr do sol (pt) m Servo-Kroatisch: zalazak sunca (sh) m Slowaaks: západ slnka (sk) m Spaans: puesta del sol (es) v Tsjechisch: západ slunce (cs) m Turks: güneş batması (tr) Zweeds: solnedgång (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord zonsondergang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zonsondergang" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.