zondagssluiting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zon·dags·slui·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zondag en sluiting met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zondagssluiting | zondagssluitingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zondagssluiting v
- verplichte winkelsluiting op zondag (die vooral vroeger door diverse overheden werd opgelegd)
Gangbaarheid
- Het woord zondagssluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.