zodiak

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: zodiac
Zodiak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·di·ak
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dierenriem’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1514 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zodiak
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zodiakm

  1. het vlak waarin de aarde om de zon draait of -van de aarde gezien- het vlak waarin de zon aan de hemel schijnt voort te bewegen
    • De zodiak wordt ingedeeld in twaalf sterrenbeelden . 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen