zijwind

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·wind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijwind zijwinden
verkleinwoord zijwindje zijwindjes

Zelfstandig naamwoord

de zijwindm

  1. (luchtvaart), (scheepvaart), (verkeer) een wind die haaks staat op de rij- of vaarrichting
    • De wielrenners hadden veel last van de harde zijwind op de Brouwersdam. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be