zijschip

Uit WikiWoordenboek
Rechterzijschip van de Antwerpse St. Joris.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·schip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijschip zijschepen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zijschipo

  1. (bouwkunde) een ruimte aan de zijkant van een kerk door een rij pilaren gescheiden van de hoofdruimte
    • Tijdens de drukbezochte huwelijksinzegening zaten er zelfs mensen in de zijschepen. 

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be