zijbeuk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zij·beuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zij en beuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijbeuk | zijbeuken |
verkleinwoord | zijbeukje | zijbeukjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) een ruimte die evenwijdig loopt aan het middenschip van een kerk
- De zijbeuken zijn meestal smaller en lager dan het middenschip.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord zijbeuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zijbeuk" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be