zesdaags
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zes·daags
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | zesdaags |
verbogen | zesdaagse |
partitief | zesdaags |
Bijvoeglijk naamwoord
zesdaags
- iets wat zes dagen lang duurt
- Hij won de zesdaagse wielerkoers op zijn sloffen.
Gangbaarheid
- Het woord zesdaags staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zesdaags" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be