zelfontplooiing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·ont·plooi·ing
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en ontplooiing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfontplooiing | zelfontplooiingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zelfontplooiing v
- op eigen houtje de eigen vermogens verder ontwikkelen
- Hij bevorderde zijn zelfontplooiing door veel te reizen en te lezen.
Gangbaarheid
- Het woord zelfontplooiing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.