zelfklinker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfklinker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·klin·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en klinker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfklinker | zelfklinkers |
verkleinwoord | zelfklinkertje | zelfklinkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zelfklinker m
- (muziekinstrument) een verzamelnaam voor muziekinstrumenten die toon/geluid voortbrengen door trillend materiaal
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een verzamelnaam voor muziekinstrumenten die toon/geluid voortbrengen door trillend materiaal
Gangbaarheid
- Het woord 'zelfklinker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.