zeilcanadees
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeil·ca·na·dees
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeil ww en Canadees
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeilcanadees | zeilcanadezen |
verkleinwoord | zeilcanadeesje | zeilcanadeesjes |
Zelfstandig naamwoord
zeilcanadees
- (scheepvaart) zeilkano, Canadese kano met een stuurinrichting, een mastje, zijzwaardjes en loggerzeil tuigage
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'zeilcanadees' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.