zeevaardig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeevaardig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zee·vaar·dig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en vaardig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zeevaardig | zeevaardiger | zeevaardigst |
verbogen | zeevaardige | zeevaardigere | zeevaardigste |
partitief | zeevaardigs | zeevaardigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zeevaardig
- klaar om de zee op te gaan
- Is het schip al zeevaardig?
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord zeevaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.