zeepzieder
-syll-
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeepzieder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zeep·zie·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeepzieder | zeepzieders |
verkleinwoord | zeepziedertje | zeepziedertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zeepzieder m
- (beroep), (verouderd) het beroep van iemand die uit vet of olie en loog zeep bereidt
- De zeepzieder is verdrongen door de chemische industrie die schoonmaakmiddelen produceert.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het beroep van iemand die uit vet of olie en loog zeep bereidt.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord zeepzieder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.