zeepje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zeepje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zeep·je

Zelfstandig naamwoord

het zeepje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeep

Hyponiemen

• gastenzeepje

Caryocolum fischerella

	enkelvoud	meervoud
naamwoord
verkleinwoord	zeepje	zeepjes

Zelfstandig naamwoord

het zeepje o dim. tant.

1. (vlinders) Caryocolum fischerella  een vlinder uit de familie tastermotten (Gelechiidae). De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1833 door Treitschke

Hyperoniemen

• tastermotten, vlinders, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen

• gastenzeepje

Gangbaarheid

• Het woord zeepje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeepje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.