zebrapad

Uit WikiWoordenboek
Een zebrapad.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·bra·pad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zebrapad zebrapaden
verkleinwoord zebrapadje
zebrapaadje
zebrapadjes
zebrapaadjes

Zelfstandig naamwoord

het zebrapado

  1. (verkeer) een patroon van witte strepen aangebracht op het wegdek ter aanduiding van een beschermde voetgangersoversteekplaats
    • Komt u maar meneertje, dan zal ik eens een fijn zebrapaadje voor de grote beoordelingsoversteek voor u timmeren.[1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen