zandaal

Uit WikiWoordenboek
Zandaal


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zand·aal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zandaal zandalen
verkleinwoord zandaaltje zandaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de zandaalm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort vis, Hypoptychus dybowskii op Wikispecies, uit de familie zandalen (Hypoptychidae op Wikispecies) van de orde stekelbaarsachtigen (Gasterosteiformes op Wikispecies)
    • De zandaal is een zoutwatervis uit de Stille Oceaan en wordt zo'n 6 cm lang. 

Gangbaarheid

30 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be