zakkendrager
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zak·ken·dra·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakkendrager | zakkendragers |
verkleinwoord | zakkendragertje | zakkendragertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zakkendrager m
- (beroep) iemand die, met name in een haven, zakken meel, graan, turf droeg
- De zakkendragers hadden lange tijd hun eigen gilde.
Uitdrukkingen en gezegden
- Vloeken als een zakkendrager.
Geweldig kunnen vloeken.
Gangbaarheid
- Het woord 'zakkendrager' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.