zakcent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zak·cent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zak en cent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakcent | zakcenten |
verkleinwoord | zakcentje | zakcentjes |
Zelfstandig naamwoord
de zakcent m
- geld om op zak te hebben voor kleine uitgaven
- Die bonus was wat groter dan een eenvoudige zakcent.
Gangbaarheid
- Het woord zakcent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zakcent" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be