zadelrug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·del·rug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zadelrug zadelruggen
verkleinwoord zadelrugje zadelrugjes

Zelfstandig naamwoord

de zadelrugm

  1. een holle rug in de vorm van een zadel
    • En zette zich, na allerlaatste meerdere steile bestijging, ten langen leste, terwijl de zon onderging, op den Westelijken top van des bergs zadelrug.[1] 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. De bittere wijsgeer. Japansche legende van wijsheid.
    Uit: "Het snoer der ontferming en Japansche legenden"
    Louis Couperus. 1924
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be