zabberdoek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zabberdoek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zab·ber·doek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zabber ww en doek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zabberdoek | zabberdoeken |
verkleinwoord | zabberdoekje | zabberdoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de zabberdoek m
- een doek om op te knoeien
- Geef jij hem even een zabberdoek?
Gangbaarheid
- Het woord zabberdoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.