zaaikoren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaai·ko·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaai ww en koren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaaikoren | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het zaaikoren o
- het koren dat bestemd en/of gebruikt wordt voor het zaaien
- Er was dit jaar een veel grotere vraag naar zaaikoren.
Gangbaarheid
- Het woord 'zaaikoren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaaikoren" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be