worteltrekken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: worteltrekken (hulp, bestand)
- IPA: /ˈwɔrtəlˌtrɛkə(n)/
Woordafbreking
- wor·tel·trek·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
worteltrekken |
- |
- |
onvolledig |
Werkwoord
worteltrekken
- (wiskunde) berekenen van een getal (wortel) dat een bepaald aantal keren met zichzelf vermenigvuldigd even groot is als een opgegeven waarde (een inverse operatie van machtsverheffen)
- in plaats van lekker buiten te spelen moest hij van de meester worteltrekken
Opmerkingen
- In het spraakgebruik wordt bij 'wortel' en 'worteltrekken' vaak in de eerste plaats gedacht aan de vierkantswortel: het getal dat met zichzelf vermenigvuldigd gelijk is aan een opgegeven waarde.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- (1) exponent
- (2) wortelteken
- (3) grondtal
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord worteltrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Onvolledig werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Samengesteld werkwoord zonder vervoeging in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal