woordgeslacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woordgeslacht (hulp, bestand)
- IPA:
- (Nederland) /ˈʋoːrtxəslɑxt/
- (Vlaanderen) /ˈʋoːrtʝəslɑxt/
Woordafbreking
- woord·ge·slacht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van woord en geslacht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woordgeslacht | woordgeslachten |
verkleinwoord | woordgeslachtje | woordgeslachtjes |
Zelfstandig naamwoord
het woordgeslacht o
- (taalkunde), klasse van een naamwoord, bepalend voor de keuze van het lidwoord, de verbuiging van toegevoegde bijvoeglijke naamwoorden en de vervanging door voornaamwoorden
- Het woordgeslacht van "boek" is onzijdig (het boek, het wordt veel verkocht), dat van "soep" is vrouwelijk (de soep, zij brandt aan) en dat van "computer" is mannelijk (de computer, hij staat heel de tijd aan).
Synoniemen
Vertalingen
1. klasse van een naamwoord
|
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord woordgeslacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.