woonstee
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- woon·stee
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van woon ww en stee
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woonstee | woonsteden woonstedes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het gebouw waarin men woont
- de woning op een boerderij
- De woonstee stond aan de rechterkant van het erf.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord woonstee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "woonstee" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be