wo

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: wo.W.O., WO


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wo
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

wo m

  1. (afkorting), (tijdrekening), (dag) woensdag, de derde dag van de werkweek, na dinsdag en vóór donderdag
    «Open: di, wo, do, vr; dicht: za, zo, ma.»
    Geopend op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag; gesloten op zaterdag, zondag en maandag.
Opmerkingen
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven: wo., maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een weekdag gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten[1].
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

het woo

  1. (onderwijs) verzamelterm voor het onderricht dat wordt gegeven aan universiteiten en dat geacht wordt een verbinding te leggen met onderzoek waarin de kennis op een vakgebied verder ontwikkeld wordt
Schrijfwijzen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • wo
Woordherkomst en -opbouw

Vragend voornaamwoord

wo

  1. waar
    «Wo kann ich das finden?»
    Waar kan ik dat vinden?

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26.03.2021 Weblink bron wo in:
    Wolfgang Pfeifer et al.
    Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (1993), digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache op dwds.de


Limburgs

Uitspraak
  • IPA:
    • (Etsbergs): /ʍoː/
    • (Maastrichts): /βuˑ/
    • (Montforts): /ʍoː/
    • (Roermonds): /woː/
    • (Rothenbachs): /ʍoː/

Voegwoord

wo

  1. waar