witwas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wit·was
Werkwoord
vervoeging van |
---|
witwassen |
witwas
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van witwassen
- ... dat ik witwas.
Gangbaarheid
- Het woord witwas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.