win aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- win aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanwinnen |
win aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwinnen
- Ik win aan.
- gebiedende wijs van aanwinnen
- Win aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwinnen
- Win je aan?
Gangbaarheid
- Het woord win aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.