wijsneuzig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wijsneuzig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wijs·neu·zig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wijsneuzig | wijsneuziger | wijsneuzigst |
verbogen | wijsneuzige | wijsneuzigere | wijsneuzigste |
partitief | wijsneuzigs | wijsneuzigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wijsneuzig
- het alles (vaak ten onrechte) beter denken te weten
- De wijsneuzige chauffeur reed altijd verkeerd.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wijsneuzig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wijsneuzig" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be