wijsheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wijs·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijsheid wijsheden
verkleinwoord wijsheidje wijsheidjes

Zelfstandig naamwoord

de wijsheidv

  1. gerijpt inzicht; de waarheid
     Wat was wijsheid? Goldie had zich al aangesloten bij Plan A.[2]
  2. mate waarin gerijpt inzicht wordt getoond
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] de wijsheid in pacht hebben
    doen alsof je ergens erg veel verstand van hebt
  • [1] zuinigheid die de wijsheid bedriegt
    de wens zo weinig mogelijk aan iets uit teven, veroorzaakt later juist extra kosten
Spreekwoorden
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be