wijdverspreid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wijd·ver·spreid
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen wijdverspreid wijdverspreider wijdverspreidst
verbogen wijdverspreide wijdverspreidere wijdverspreidste
partitief wijdverspreids wijdverspreiders -

Bijvoeglijk naamwoord

wijdverspreid

  1. overal aanwezig, vindbaar
    • Het land kampt met wijdverspreide corruptie en hoge werkeloosheid. 
     Een kwaad dat zo overduidelijk verkeerd is dat velen zich niet kunnen voorstellen dat het nog zo wijdverspreid is. Een probleem dat tot uiting komt in onpersoonlijke statistieken, in een log systeem waarvoor tegelijk iedereen en niemand verantwoordelijk is.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Haro Kraak
    “Waarin zit toch de witte angst om over racisme te praten?” (5 juni 2020), de Volkskrant