wieberig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wie·be·rig
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) in 'zich wieberig maken': zich uit de voeten maken, de plaat poetsen
Verwante begrippen
- Jiddisj: wejievrech
Gangbaarheid
- Het woord 'wieberig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.