wezen af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- we·zen af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afwijzen |
wezen af
- meervoud verleden tijd van afwijzen
- Wij wezen af.
- Jullie wezen af.
- Zij wezen af.
- Wij wezen af.
Gangbaarheid
- Het woord wezen af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.