werkwoordsvorm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·woords·vorm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werkwoord en vorm met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkwoordsvorm | werkwoordsvormen |
verkleinwoord | werkwoordsvormpje | werkwoordsvormpjes |
Zelfstandig naamwoord
- (grammatica) een vervoegingsvorm van een werkwoord.
- De woorden ga, gaat, ging en gegaan zijn voorbeelden van een werkwoordsvorm.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord werkwoordsvorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.