werkweek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·week
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werk en week
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkweek | werkweken |
verkleinwoord | werkweekje | werkweekjes |
Zelfstandig naamwoord
- week waarin er gewerkt wordt
- dagen per week waarop er gewerkt wordt
- Een werkweek van 5 dagen.
- het totaal aantal arbeidsuren per week
- Een werkweek van 48 uur.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.dagen per week waarop er gewerkt wordt
2.het totaal aantal arbeidsuren per week
Gangbaarheid
- Het woord werkweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werkweek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be