werkbespreking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·be·spre·king
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van werk en bespreking
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkbespreking | werkbesprekingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de werkbespreking v
- overleg over het werk tussen medewerkers, eventueel ook met leidinggevende