welwillendheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wel·wil·lend·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van welwillend met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | welwillendheid | welwillendheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de welwillendheid v
- het welwillend zijn
- De welwillendheid van de ander.
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord welwillendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.