welnee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·nee
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep ter ontkenning’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
  • samenstelling van  wel  en  nee  [2]

Tussenwerpsel

welnee

  1. drukt uit dat men het volledig bij het verkeerde einde heeft
    • Ach, welnee!, dat valt allemaal best mee, hoor. 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen